Zo troef je de grote jongens af

de Volkskrant

In Almere huist een bedrijf dat erin slaagt de grote merken op afstand te houden door telkens te innoveren en octrooien te verwerven. De patentoorlog kost Boorwerk, dat gatzagen maakt, wel een paar ton per jaar.

de Volkskrant, Jochem van Staalduine 2 januari 2018

montage gatzagenEen gatzaag wordt gemonteerd op een boor. Foto: Raymond Rutting

Vier medewerkers van Boorwerk knutselen van glimmende onderdelen een boor in elkaar. Geroutineerd graaien hun handen in de bakken voor hun neus. De radiohits schallen door de bedrijfsruimte.

PROFIEL

Bedrijf: Boorwerk
Waar: Almere
Sinds: 1929
Aantal werknemers: 35
Jaaromzet: 10 miljoen euro

Of nou ja, boor: de losse onderdelen veranderen onder hun handen in een zogeheten gatzaag. Als loodgieters en mecaniciens een groter gat willen boren dan het kleine puntje dat een normale boor maakt, monteren ze een gatzaag op hun boor. Die uitbreidingspakketten voor boormachines maakt Boorwerk van de familie Boske uit Almere. Het familiebedrijf werd in 1919 als importeur van staal opgericht door Richard Boske, grootvader van de huidige directeur en mede-eigenaar Richard Boske. Tien jaar later voegde zijn zoon Boorwerk aan het familiebedrijf toe. De rest van het familiebedrijf is inmiddels verkocht, maar de gatzagen worden nog altijd gemaakt door de Boskes.

Intellectueel kapitaal

Dat de gatzagen in elkaar gezet worden in Almere en niet in het veel goedkopere China, waar sommige onderdelen vandaan komen, is veelzeggend. Boorwerk is bang bij een verplaatsing van de arbeid zijn intellectuele kapitaal te verliezen. Handige imitatoren in verre landen zouden de gatzagen kunnen namaken. ‘De patenten moet je weghouden uit China. Voor je het weet maakt iemand onze gatzaag na’, zegt Boske.

Boskes angst is niet uit de lucht gegrepen. Hij heeft het patent op door zijn bedrijf bedachte innovaties, maar moet opkomen voor zijn rechten. Jaarlijks besteedt Boorwerk een paar ton aan patentoorlogen, op een omzet van 10 miljoen euro. De eerste patentoorlog begon twee jaar geleden, toen Boske het Taiwanese Rotemate aanklaagde. Hij was erachter gekomen dat de gatzaag die het Aziatische bedrijf verkocht vrijwel identiek was aan het model dat op zijn naam staat. Boske kreeg gelijk, maar tot zijn verbazing ging Rotemate in hoger beroep.

Richard BoskeDirecteur Richard Boske. Foto: Raymond Rutting

Op een tweede front procedeert Boske tegen het Duitse Duss, dat net als Rotemate een gatzaag op de markt bracht die verdacht veel lijkt op het ontwerp dat de medewerkers in Almere in elkaar zetten.

Volgens Boske levert hij strijd tegen stromannen. Rotemate en Duss zijn van origine niet actief in gatzagen. Het zijn toeleveranciers van merken als het Duitse Bosch, het Amerikaanse Milwaukee en het Japanse Hitachi, die vele malen groter zijn dan Boorwerk. Boske is ervan overtuigd dat Rotemate en Duss gesponsord worden door een van de grote spelers, al heeft hij geen bewijs. ‘Het procederen kost ze veel geld, terwijl het helemaal niet hun werkterrein is.’

Naast strijd in de rechtszaal heeft Boorwerk een aanvalsplan om de concurrenten van zich af te slaan. De enige manier om de grote merken af te troeven is door innovaties te blijven bedenken en die vast te leggen, zegt Boske. Op die manier kan Boorwerk de concurrentie op afstand houden.
Een voorbeeld: Boske heeft een patent op een onderdeel van de ProFit gatzaag, goed voor 70 procent van de omzet van Boorwerk. Met de ProFit kunnen technici hun werk sneller doen dan voorheen. Het patent geldt nog acht jaar, maar Boske is druk in de weer met een uitvinding die het huidige ontwerp moet verbeteren. Slaagt de innovatie, dan is ook de huidige ProFit langer beschermt. ‘De concurrentie mag dan het huidige model ProFit de komende twintig jaar niet kopiëren.’

De patentoorlog is duur, maar Boske windt zich er niet over op. Het vastleggen van patenten en de juridische procedures kosten hem eenderde van de winst. ‘Het hoort erbij. Sommigen zeggen dat ik de imitaties moet zien als compliment.’ Bovendien levert een patent ook geld op: ‘Ik kan door het patent een iets hogere verkoopprijs vragen.’

Uit de crisis

Boske kijkt vanaf de tweede verdieping van het bedrijfspand uit op de Flevose vlakte. Een strook gras, een kanaaltje, dat is het wel. Hij is in 1983 betrokken geraakt bij het familiebedrijf, toen dat een crisis doormaakte. Het bedrijf importeerde destijds voornamelijk staal uit het buitenland, een groot deel van de onderneming was onrendabel. ‘Mijn vader kon het niet over zijn hart verkrijgen om het oude bedrijf te sluiten.’ Boske onderbrak zijn studie om het bedrijf te reorganiseren.

Het was Boske die besloot dat de gatzagen van Boorwerk de toekomst van de Boskes zouden zijn. Dat besluit viel in de jaren negentig, toen Boske na jaren op afstand in 1994 weer de dagelijkse leiding kreeg. Boske verkleinde de bedrijfsactiviteiten, en ook het aantal familieleden met wie hij rekening moest houden. Hij kocht een neef en een nicht uit. ‘Een familiebedrijf met te veel aandeelhouders betekent altijd ruzie, vertelden adviseurs me.’ Boske deelt het bedrijf nog wel met twee zussen. Zij bemoeien zich niet met de bedrijfsvoering. ‘Ik heb twee commissarissen van buiten gevraagd, zodat zij kunnen controleren of ik mezelf niet te veel loon toeken’, zegt Boske.

Tegenwoordig is Boorwerk het tegenovergestelde van de importeur van staal die het onder Boskes vader en grootvader was. 90 procent wordt geëxporteerd. De opslagruimte in Almere echoot die verhouding. In een hoek van de hal staan acht manshoge schappen vol gereedschap voor de Nederlandse markt. De schappen worden aan het oog onttrokken door ontelbare dozen ProFits, die reiken tot aan de derde verdieping van het pand.

Aan de eindeloze rijen met gatzagen valt iets op. Trots demonstreerde Boske eerder een hypermoderne ProFit met slechts twee tandjes. De gatzaag vloog door het hout. Het oudere model met vele kartelige tandjes zaagde veel trager, terwijl de kartelige gatzaag het hout verschroeide. Toch is een groot deel van de gatzagen in de opslagruimte gekarteld.
Waarom het oude model nog op verzending ligt te wachten? ‘Mensen kennen de oude gatzaag. In de winkel hangen de oude en de nieuwe naast elkaar. Dan ziet een klant de kartels en denkt: aha, daarmee kan ik een gat zagen’, zegt Boske. Het oude model is een verkoophit, al werkt het minder goed. ‘Iedere loodgieter en elektricien moet het nieuwe model eerst zien zagen. Dus we demonstreren het op beurzen en in vakhandels.’ Zou een kek filmpje niet vlotter werken? Boske denkt van niet. Het aanprijzen van een elektrisch apparaat in een filmpje roept wantrouwen op, zegt hij – het voelt als Tel Sell.

Terug op de tweede verdieping van het bedrijfspand in Almere pakt Boske zijn nieuwste vinding van tafel. Een belangrijk mechanisme zit niet meer op de steeds wisselende gatzaag, maar op de vaste aandrijfas van de boor. Het scheelt de loodgieter tijd. Fijn voor de loodgieter, maar nog veel fijner voor Boske. Zo blijft een Bosch nog even op afstand.